top of page
Verlof: Nieuws

Leerplicht

In de maand, volgend op de vijfde verjaardag van het kind, is het leerplichtig. Dit houdt in dat het kind vanaf dat moment de plicht heeft om naar school te gaan. Het is volgens de leerplichtwet verboden om buiten de normale schoolvakanties vrij te nemen. Er zijn echter situaties denkbaar waarin dit toch niet anders kan. In dat geval dient buitengewoon verlof te worden aangevraagd bij de directie van de school. Dit verlof dient drie maanden van tevoren schriftelijk te worden aangevraagd. Verlof dat niet (tijdig) is aangevraagd wordt aangemerkt als ongeoorloofd verzuim. In deze folder van de gemeente Amsterdam vindt u meer informatie over de leerplicht.

Extra verlof buiten de schoolvakanties

Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd.

​

Voorwaarden:

  • Wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders is het slechts mogelijk buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan;

  • Een werkgeversverklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakantie mogelijk is.

​

Het verlof mag:

  • Eenmaal per schooljaar worden verleend;

  • Niet langer duren dan 10 schooldagen;

  • Niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.

Verlof in geval van gewichtige omstandigheden

Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd.

​

Voorwaarden:

  • Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden;

  • Voor verhuizing voor ten hoogste een dag;

  • Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van de belanghebbende;

  • Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur (bij terugkeer uit land van herkomst dient schriftelijk bewijs te worden overlegd);

  • Bij overlijden van bloed- en aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; in de 3e en 4e graad voor ten hoogste 1 dag;

  • Bij 25-, 40- en 50-jarige ambtsjubilea en het 12, 5, 25, 40, 50 en 60-jarige huwelijksjubilea van ouders of grootouders voor 1 dag;

  • Voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof

​

Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar.

​

Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14 lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 1 maand tevoren via de directeur van de school, bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. De ouders dienen een verklaring van een arts of een maatschappelijk/sociale instantie kunnen overleggen waaruit blijkt dat een vakantie noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden.

Bezwaarschrift

Als de belanghebbende het oneens is met de beslissing van de directeur of leerplichtambtenaar kan een bezwaarschrift ingediend worden. Dit bezwaarschrift moet gemotiveerd zijn en worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop de beschikking is bekendgemaakt (d.w.z. persoonlijk uitgereikt of verzonden), bij degene die de beslissing heeft genomen. Een en ander betekent dat als de directeur van de school de beslissing heeft genomen (bijvoorbeeld in geval van vakantieverlof en verlof wegens gewichtige omstandigheden tot 10 dagen), het bezwaarschrift bij de directeur ingediend moet worden.

​

In het geval de leerplichtambtenaar bevoegd is te beslissen (bijv. in het geval van verlof wegens gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 dagen, dient het bezwaarschrift ingediend te worden bij de leerplichtambtenaar. Postbus 57129, 1040 BA Amsterdam).

Tot slot

De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen de ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal procesverbaal worden opgemaakt. Verlof-aanvragen dienen uitsluitend aangevraagd en ingediend te worden bij de schooldirecties en niet bij de stadsdelen.

​

Stedelijke afspraken religieuze feestdagen
Aangezien steeds meer scholen, en in verband daarmee ook leerplichtambtenaren, worden geconfronteerd met verlofaanvragen op religieuze grondslag, anders dan Christelijke feestdagen, ontstond de vraag naar duidelijke richtlijnen in deze.

​

Volgens de leerplichtwet dient een verlofaanvraag op religieuze gronden, beschouwd te worden als een mededeling van de ouder(s)/verzorger(s) aan de directeur van de school. Er is dus geen sprake van het al of niet verlenen van verlof door de directeur of leerplichtambtenaar, een mededeling volstaat. De mededeling dient uiterlijk twee dagen tevoren te worden gedaan.
Het betreft hier artikel 11 onder e, (Gronden voor vrijstelling van schoolbezoek), en artikel 13, (Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging).

​

Echter, er dient onderscheid te worden gemaakt naar religie en cultuur. Vaak zijn aan religieuze feestdagen meerdere dagen gekoppeld die onderdeel uitmaken van de cultuur van een land of volk. Vergelijk het Christelijke Kerstfeest, dit bestaat uit twee religieuze dagen, 25 en 26 december, maar in Nederland wordt hier een vakantieperiode aan gekoppeld van in totaal twee weken. De leerplichtwet spreekt echter niet van culturele feestdagen, enkel en alleen van religieuze feestdagen.

​

Omdat de wet geen verantwoordelijkheid op dit punt toedicht aan de leerplichtambtenaar, maar leerplichtambtenaren wel worden geconfronteerd met vragen op dit punt, is het goed hiervoor een richtlijn op te stellen.


N.B. De exacte data van de Islamitische feestdagen zijn pas kort voor de viering bekend en verschillen per land, dit in verband met de stand van de maan in de diverse thuislanden.

​

Verplichte deelname van leerlingen aan het onderwijs
De Wet op het Primair onderwijs schrijft voor dat leerlingen deelnemen aan alle voor hen bestemde activiteiten. Ouders mogen dus bijvoorbeeld niet zelf beslissen over deelname van hun kind aan het bewegingsonderwijs.

​

Wanneer er argumenten zijn om een kind niet deel te laten nemen aan een onderwijsactiviteit, kan het bevoegd gezag op verzoek van de ouders vrijstelling verlenen. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd gezag vastgestelde gronden. Het bevoegd gezag bepaalt bij de vrijstelling welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in plaats komen van die waarvoor vrijstelling is verleend.

bottom of page